< vorige | volgende > | INDEX | 🔍
2679 • 2241 DE HEER VAN DE GEZICHTEN
Het is het jaar 1469 nieuw galactische tijdrekening (NGT) ofwel het jaar 5056 christelijke tijdrekening. Op een tot nu toe onverklaarbare wijze is het Sol-stelsel met al haar bewoners uit het bekende universum verdwenen.
Het vaderland van de mensheid werd naar een eigen klein universum verplaatst, waar de Terranen vreemde buren ontmoeten. De situatie spitst zich toe als de planeten door vreemde ruimtevaarders worden bezet en de zon Sol wordt 'verhuld'. sindsdien vecht de solaire mensheid voor haar overleven.
Perry Rhodan weet niets van al deze ontwikkelingen. Ook hij wordt naar een vreemde kosmos verplaatst: met het enorme ruimteschip BASIS komt hij in de dubbelgalaxie Chanda. Daar regeert de negatieve superintelligentie QIN SHI die het geheimzinnige multiversumoculair voor zijn plannen nodig heeft.
Niet ten laatste door de activiteiten van de onsterfelijke Terraan wordt Chanda tenslotte van de schadelijke invloed van de superintelligentie bevrijd.
Daarmee is het gevaar echter nog niet uitgebannen, in tegendeel: nu begint de invasie van Escalian en om de plaatselijke superintelligentie TANEDRAR te helpen, gaat het weer tegen QIN SHI, ook bekend als de heer der gezichten ...
De achtergronden die tot het wezen leidden dat wij als QIN SHI kennen en waarvan een enorme bedreiging uitgaat, zijn nu duidelijker geworden. Daarmee is het gevaar echter niet afgenomen - Chanda mag hem voorlopig zijn ontnomen, maar QIN SHI is allang met zijn veroveringsvloot in de machtigheidsconcentratie van TANEDRAR, het rijk van de harmonie.
Oorspronkelijke titel: Der Herr der Gesichter
Auteur: Marc A. Herren
Omslag: © Alfred L. Kelsner
Illustratie intern (Duits exclusief): © Michael Wittmann
Plantekening (Duits exclusief): rijk van de harmonie – ruimteschip van de VABIRA-klasse en kleincilinderschip door Johannes Fischer
Nederlandse vertaling: Rik Rook
Samenvatting: het ontstaan van een superintelligentie – QIN SHI drukt een stempel op het leven van miljarden.
Locatie en tijdsruimte: Chalkada – ...
Hoofdpersonen: QIN SHI – Een wezen ontstaat dat wil groeien. Wörgut Gooswart – De Oraccameo verliest zichzelf in de zee van gezichten. Mekaren – De protector geeft twijfel de ruimte. Peregrin – De zwerver corrigeert QIN SHI. SIL – Het naïeve wezen trapt in een val.
Maran Dana Fogga heeft een fout gemaakt. Hij heeft toegelaten dat QIN SHI zijn bewustzijn kon opnemen. Zo verneemt de entiteit waar zijn vijanden zich verstoppen en kan hij zijn onverzadigbare honger minstens tijdelijk stillen als hij Fogga's volk – de Ememtheners – uitroeit en hun levensenergie in zich opneemt. QIN SHI ontvolkt ook andere planeten, is echter gedwongen om steeds weer lange slaapfases in te lassen. Om na zijn ontwaken niet steeds weer te moeten gaan zoeken naar geschikte werelden zet hij de wereldengesels in en rekruteert hulpvolken, die hij steeds bezoekt in hun eigen gedaantes. De Xylthen worden zijn waardevolste handlangers. Ze bevorderen de ontwikkeling van andere intelligente volken, die eigenlijk gefokt worden en dan worden 'geoogst' door de wereldengesels. Zodoende mislukt Fogga's plan definitief. QIN SHI degenereert niet, maar groeit gestaag door.
De kringloop van voeden en slapen leidt er weliswaar toe dat QIN SHI steeds machtiger wordt, maar zijn honger neemt niet af – in tegendeel. Op zoek naar nieuw voedsel raakt de entiteit in Anthuresta. QIN SHI ontvolkt gehele sterrenhopen, maar de opgenomen energie is nog steeds niet voldoende. Daarna annexeert QIN SHI een wereld die identiek is aan de biomechanische centrale computer SHIKAQIN. Daarmee heeft QIN SHI zijn 'anker' gevonden. Wörgut Gooswart en de meeste andere vergeestelijkte Oraccameo worden bijgevoegd in SHIKAQIN. De bevoegde technici voor de computer zijn androïden. Ze staan bekent onder de naam Badakk en ze worden via een doelbewuste manipulatie door QIN SHI veranderd in niet humanoïde wezens. Zo worden conflicten met de Xylthen vermeden die uiterlijk te veel overeen kwamen met de Badakk.
Enige tijd later ontmoet QIN SHI de schijnbaar hulpeloze entiteit Peregrin. Beide trekken met elkaar op. QIN SHI leert veel over de opbouw van de kosmos, de morele code en van de kosmocraten. Als QIN SHI probeert om Peregrin te absorberen moet hij vaststellen dat hij is misleid. De vreemde entiteit is veel machtiger dan QIN SHI en berooft hem van de bewustzijnsinhouden die hij in Anthuresta heeft opgenomen, want Anthuresta hoort tot Peregrin's machtigheidsballing. QIN SHI raakt extreem verzwakt en valt in slaap waaruit hij pas honderdduizenden jaren later ontwaakt.
Door deze ervaring krijgt QIN SHI het besef dat het beter is om zich voor anderen entiteiten te verstoppen. Zijn hulpvolken moeten een veilig oord voor hem creëren om zich daarin terug te trekken, naar het voorbeeld van de koude ruimte. SIL is de eerste entiteit die wordt misbruikt voor stabilisatie van zo een anomalie. Later worden alleen nog maar dode superintelligenties gebruikt voor dit doel. In deze tijd stoot QIN SHI op de galaxie Escalian. Hij herkent dat de lokale superintelligentie TANEDRAR uit de andere vier entiteiten is ontstaan waarmee hij zich kort na zijn ontstaan wilde verenigen. Het moet alsnog worden gerealiseerd, maar dit voornemen moet zorgvuldige worden voorbereid.
QIN SHI neemt de Sayporaners in dienst want hij heeft niet alleen krijgers en technici nodig, maar ook helpers met de kracht van genieperigheid en de kennis waar andere superintelligenties zijn te vinden. Tot slot stoot QIN SHI op de constructeur Sholoubwa. QIN SHI misleidt de creatieve robot om het BOTNET voor zijn nut in te zetten.
Daarmee eindigt QIN SHI's levensverhaal. Perry Rhodan vraagt zich af waarom Peregrin – HET dus – QIN SHI zo veel heeft vertelt over de kosmische evolutie. Zijn overpeinzingen worden door QIN SHI's verdwijnen onderbroken. QIN SHI heeft de anomalie verlaten. Zodoende verhindert alleen nog het multiversum-oculair dat de anomalie instort.
Nederlandse vertaling hoofdpersonen en samenvatting:
©®nelis van den Ende

2679/2680 omslag voorkant © Alfred L. Kelsner en achterkant © Dirk Schulz

2679 omslag © Alfred L. Kelsner

2679 illustratie intern (Duits exclusief) © Michael Wittmann