< vorige | volgende > | INDEX | 🔍
2675 • 2237 DE GLANS VAN DE STILTE
In de Melkweg schrijft men het jaar 1470 nieuw galactische tijdrekening (NGT) - ofwel het jaar 5057 christelijke tijdrekening. Het Sol-stelsel is meer dan drie maanden geleden spoorloos verdwenen.
Het vaderland van de mensheid werd naar een eigen klein universum getransfereerd, waar de Terranen op vreemde buren stoten die hen klaarblijkelijk slecht gezind zijn. Sindsdien vecht de solaire mensheid om te overleven.
Van de geheimzinnige Spenta's weet men het minst: zonnen gaan hen aan het hart. Naar hun mening wordt Sol door het lijk van de superintelligentie ARCHETIM ontsierd - daarom hebben ze het hart van het stelsel 'verhuld'.
Het lukt Reginald Bull om een verbond aan te gaan met een deel van de Sayporanen, die aanvankelijk als boosdoeners werden gezien. De intriges tegen Terra zijn echter alleen terug te voeren op een kleine groep die het Sayporaanse volk domineert. Als de Terranen helpen om hen omver te werpen, zullen de Sayporanen op hun beurt de Terranen helpen. Om de alliantie te bezegelen wordt er een gezamenlijke expeditie op uitgestuurd. Ze worden opgewacht door de glans van de stilte ...
Buiten de anomalie heersen er chaotische verhoudingen in QIN SHI's machtigheidsconcentratie. De superintelligentie is weliswaar nog niet aanwezig in Chanda, maar de Oraccameo's en Ramoz zijn in een eeuwenoud conflict verwikkeld dat nu ten einde loopt. Bovendien is beschermheer Kaowen bezig om zijn macht te vernieuwen en uit te breiden. En tussen al deze eigenbelangen staat Perry Rhodans verlangen naar vrede en stabiliteit voor de verscheurde galaxie ...
Oorspronkelijke titel: Der Glanz der Stille
Auteur: Wim Vandemaan
Omslag: © Dirk Schulz
Illustratie intern (Duits exclusief): © Dirk Schulz/Horst Gotta
Plantekening (Duits exclusief): bewapende sloep door Torsten Renz
Nederlandse vertaling: Rik Rook
Samenvatting: Terranen en Sayporaners gemeenschappelijke in actie – de efemere poort moet open.
Locatie en tijdsruimte: Zyor Zopai, efemere poort – 4 tot 12 december 1469 NGT (5056 na Chr.)
Hoofdpersonen: Shanda Sarmotte – Een telepate zoekt naar gedachten. Toufec – Een man vertrouwt zijn djinn. Choursterc – De bejaarde Sayporaner denkt op twee verschillende wijze. Pauthofamy – Een meisje met een panfactor.
De vlucht naar het Zyor-stelsel duurt enkele dagen. Onderweg leren Shanda Sarmotte en Toufec de commanderende Sayporaner Choursterc kennen. Hij is oeroud, wordt door het staafvormige wezen Aes Qimae verzorgt en heeft onlangs het brein (of delen ervan) van Anicee's gestorven ex-vriend Ybarri's ingelijfd. Benat Achiary's persoonlijkheid is behouden gebleven. Hij vertelt de mensen de geschiedenis van de Sayporaners die hun verspreiding in het heelal hadden te danken aan de Utrofaren, die voor hen ongeveer dezelfde betekenis waren als de Posbi's voor de Terranen, maar ook aan de technische nalatenschap van een onbekende volk dat ze hadden gevonden op Saypor's maan. Hun thuisgalaxie Ayr was destijds een 'verzegelde' regio, wat ertoe leidde dat de Sayporaners pas later in contact kwamen met superintelligenties – namelijk QIN SHI. Choursterc meent dat de Sayporaners op een dag zo onontbeerlijk zijn voor QIN SHI dat ze zich kunnen opdringen als de heren van de superintelligentie.
De zoektocht naar het superintelligentiecorpus op Zyor Zopai loopt al geruime tijd. Het wordt snel duidelijk waarom alle voorgaande expedities zijn mislukt. Er is niet alleen maar een corpus, maar miljoenen, wellicht zelfs miljarden. De overblijfselen van de superintelligentie dalen in de vorm van flinterdun barnsteenkleurige draadjes uit de hemel neer en verdwijnen in de bodem. De planeetbewoners, op humanoïde lijkende creaturen op relatief gering technologisch niveau die een eeuwigdurende oorlog uitvechten, kenmerken deze draadjes als panfactors en verzamelen deze overal waar mogelijk. Er zijn ontelbare gebruiksdoeleinden voor de panfactors. Ze kunnen onder andere voorwerpen repareren en worden gebruikt voor het genezen van verwondingen. Shanda haalt het Zopai-meisje Pauthofamy uit een brandend gebouw. Met haar panfactor redt het kind de gewonde Aes Qimae het leven. Als Shanda het draadje in de hand neemt ziet ze microscopisch kleine kuiltjes waarin zich hele steden en landen bevinden. Ze voelt dat ze in de panfactor naar binnen wordt gezogen en deze deze iets van haar probeert weg te roven.
In een omloopbaan bevinden zich 1269 goed functionerende maar verlaten ruimtestations. Shanda en Toufec verkennen een station en ontmoeten daar een tweede Pauthofamy. Pazuzu stelt vast dat beide meisjes absoluut identiek zijn. Het blijkt dat al Zopai's bewoners (evenals de steden en al het andere) slechts projecties zijn van de dode superintelligentie PAUTHOFAMY, de eenentwintigste garante van de dogmatici van Pau, bestaande uit een samensmelting van gekopieerde mentale structuren die als bewoners moeten dienen van de steden die door de panfactors zijn gecreëerd, tot ver beneden de nano-sfeer. PAUTHOFAMY werd lang geleden door een kunstmatig opgewekte ziekteverwekker geïnfecteerd en degenereerde. De superintelligentie schiep uit de panfactors een maangrote bol in het Zyor-stelsel en probeerde tegen deze ziekte te vechten. Toen ze stierf explodeerde de panfactorbol en regende deze neer op Zopai. Alles wat op de planeet bestaat is alleen maar een afdruk van de in de panfactors opgeslagen sub-nano-realiteit en de door de Zopai gevoerde oorlog staat symbool van de strijd van de dode superintelligentie tegen de ziekte.
Shanda maakt PAUTHOFAMY duidelijk dat ze dood is. Alle steden en haar bewoners verdwijnen. Alle panfactors verenigen zich weer tot een bol in het heelal. Deze wordt door spijkerruimteschepen van de Spenta naar de efemere poort getransporteerd. Shanda en Toufec vliegen mee in Choursterc's sterrengaljoen. Onderweg praten ze over hun belevenissen. Achiary had in zijn verhaal het begrip tijdmetgezellen genoemd. Dit staat in samenhang met de stad Aures en de nanogenten-voorraad waaruit Delorian Rhodan zich tegenwoordig bedient. Toufec verklaart dat Delorian heeft geprobeerd om het ware wezen van superintelligenties te begrijpen. Hij heeft gezocht naar een 'model' van de superintelligenties. PAUTHOFAMY heeft ook over zo een model gesproken. Toufec gelooft niet dat superintelligenties een onvermijdelijke gebeurtenis zijn van de kosmische evolutie want als hogere entiteiten zich moeten verder ontwikkelen tot materiebronnen of -dalen, waarom zijn er dan zo veel dode superintelligenties?
De efemere poort is een door QIN SHI geborgen zwartgat uit de begintijd van het universum. Het vormt een driehoek met de Gills-Ghaulinc-tweelingzonnen. Shanda gaat een telepathische verbinding aan met de aanwezige Spenta's en verneemt dat deze in het kern van de zon Gills een witgat hebben gecreëerd dat ze benutten als bron van bouwstoffen. In de zon Ghaulinc scheppen ze uit efemere materie het chrono-lot dat het gebruik van een zwartgat mogelijk maakt, want de efemere poort ligt aan de andere zijde van de gebeurtenishorizon en is dus eigenlijk onbereikbaar. Op het moment van invoer wordt een superintelligentiecorpus ontbonden in partikels ter grootte van quarks. Deze psitonen zijn tijdloos en krijgen van een chrono-lot een nieuwe tijdelijke oriëntering, wat ertoe leidt dat ze achter de gebeurtenishorizon nagenoeg uit de toekomst worden geborgen en in de anomalie kunnen worden ingevoerd. Ze strekken zich uit over de buitenkant van de anomalie en beveiligen daardoor de begrensde omvang. Uit meerdere lagen van psitonen ontstaat een meta-mentale laag. Van het bewustzijn van de superintelligenties is echter niets meer over, zodat de meta-mentale laag niet in staat is om de anomalie te sturen. Deze blijft instabiel, wat leidt tot de inwendige heersende hyperchaos. Een definitieve stabilisering is alleen mogelijk door de verrijzenis van een anomalie tot een neuroversum.
Daarmee is duidelijk wat de opdracht van de Terranen moet zijn, het veroveren van
Nederlandse vertaling hoofdpersonen en samenvatting:
©®nelis van den Ende

2675/2676 omslag voor- en achterkant © Dirk Schulz

2675 omslag © Dirk Schulz

2675 illustratie intern (Duits exclusief) © Dirk Schulz/Horst Gotta