< vorige | volgende > | INDEX | 🔍
2645 • 2207 DE STAD ZONDER GEHEIMEN
In de Melkweg schrijft men het jaar 1469 nieuwe galactische tijdrekening (NGT)- dat komt overeen met het jaar 5056 christelijke tijdrekening. Sinds de dramatische verdwijning van het Sol-stelsel met al zijn bewoners is de situatie in de Melkweg fundamenteel veranderd.
De regio om het verdwenen zonnestelsel wordt tot sector nul benoemd en afgesloten door ruimteschepen van het galacticum. Koortsachtig proberen de verantwoordelijken van de galactische volkeren te achterhalen wat er gebeurd is. Dat op dat moment ook Perry Rhodan samen met de BASIS op tot dusverre onbekende wijze 'ontvoerd' is, compliceert de situatie extra. Om de LVT niet zonder leiding te laten, werd er een nieuwe provisorische leiding gekozen die haar zetel op de planeet Maharani heeft.
Terwijl Perry Rhodan en Alaska Saedelaere tegen de uit zijn lange slaap ontwakende superintelligentie QIN SHI moeten vechten, is het Sol-stelsel afgesloten van de rest van het bekende universum in een anomalie en moet het zich staande houden tegen drie vreemde volken: De Spenta's omhullen Sol, de Fagesy bezetten Terra en de Sayporanen ontvoeren kinderen naar hun thuiswereld Gadomenàa om ze 'opnieuw te formatteren'. De journalist Shamsur Routh komt op het spoor van de kinderen en komt daarbij aan op Anboleis, de stad zonder geheimen ...
Het grote geheim van de anomalie lijkt te zijn onthuld - maar tot zover weet alleen Shamsur Routh wat erachter schuilt. Is deze kennis genoeg om een manier te vinden om het Sol-stelsel terug te brengen naar het standaarduniversum? In de volgende aflevering bereiken de geherformatteerde kinderen hun thuiswereld.
Oorspronkelijke titel: Die Stadt ohne Geheimnisse
Auteur: Wim Vandemaan
Omslag: © Swen Papenbrock
Illustratie intern (Duits exclusief): © Swen Papenbrock
Nederlandse vertaling: Charlotte Bakker
Samenvatting: een Terraan bereikt Anboleis – en beleeft de glorie en ondergang van het mentrons tijdperk.
Locatie en tijdsruimte: Anboleis, Gadomenàa – 14 oktober tot 14 november 1469 NGT (5056 na Chr.)
Hoofdpersonen: Shamsur Routh – De journalist bereikt de stad zonder geheimen. Anicee Ybarri – De jonge vrouw gedraagt zich niet langer als Terraanse. Zachary Cranstoun – Een wetenschapper werkt aan gene zijde van de dood. Busech Bucphol – Een Thanatotect wordt de verloskundige bij een nieuwe technologie
Shamsur Routh zoekt in de glazen, steriel uitziende stad Anboleis naar Anicee. Niemand stoort zich aan zijn aanwezigheid. Met het schaduwkleed, een symbiont die hij heeft gekregen van 1113 Taomae, kan hij zich in geval van nood camoufleren en zo onzichtbaar maken. Op 8 november 1469 NGT, drie weken na zijn aankomst, ontdekt Routh twee bekenden van Anicee: Kathiko en Chensit. Hij hoort van hen waar hij Anicee kan vinden en dat haar nieuw-formatteren bijna is afgesloten. Anicee blijft bij het weerzien afstandelijk, praat wel met haar vader en laat hem bij haar overnachten. Ze verklaart dat ze spoedig naar de Aarde zal terugkeren. Zij en de andere jongeren die geestelijk zijn veranderd in Sayporaner zullen daar de umbrische raad vormen. Zij zullen de mensen aan de leiband van de onsterfelijke – die enkel marionetten zijn van de superintelligenties en de kosmocraten – bevrijden. Eerst moeten de Sayterranen zich met het universele Spainkon verbinden, een enorm kennisreservoir, dat ooit eerder al in contact kwam met een ander, eveneens veelomvattend, archief. Daar kunnen de Sayterranen alle kennis in zich opnemen van de Sayporaner. Op Benat Achiary's dood aangesproken, beweert Anicee dat de jonge man ongeneselijk ziek was en wilde sterven. Hij leed aan het Dagöer-syndroom en wilde vrijwillig uit het leven stappen om zijn zijn organen te doneren aan de Sayporaners.
Met het schaduwkleed gecamoufleerd gaat Routh naar het Spainkon en betreedt een soort portaal. Een mens met de naam Zachary Cranstoun spreekt hem aan en verklaart dat hij zich in het continue sediment bevindt – het dodenbrein van de Favadarei, het andere archief dat al vroeg door het Spainkon werd ontsloten. Routh bevindt zich lichamelijk in een miljoenen jaren oude herinnering en 'beleeft' de geschiedenis van de Chaom-ingichiy-chaodhas-buchesgha. Dit insectoïde volk, dat leefde op de planeet Chaom-fachis in de galaxie Khooch, had de mentrons ontwikkeld: computers waarin een brein werd geïmplanteerd, aanvankelijk enkele en later van meerdere gestorven wezen uit verschillende volken. Uit de mentrons ontwikkelden de Chaom eerst het dodenbrein en uit de samensmelting van vele dodenbreinen was ooit de entiteit Alldar ontstaan. De Chaom en alle anderen volken werden steeds afhankelijker van Alldar's omvangrijke beïnvloeding op alle vlakken van het leven, zodat het als een shock werd ervaren toen de meeste dodenbreinen hun planetaire basis verlieten om de laatste stap te voltooien tot de superintelligentie ALLDAR. ALLDAR's einde kwam later, toen het zwartgat, in wiens orbit ALLDAR zijn zetel had betrokken, in een quasar veranderde.
Op 13 november keert Routh terug in de realiteit. Hij heeft doorslaggevende kennis opgedaan. De anomalie waarin de Aarde gevangen is, is een zelfstandig universum dat 'geïmplanteerd' werd in het standaard universum. Dit miniatuur-universum is instabiel en kan alleen worden gestabiliseerd door de psi-corpus van een superintelligentie (ARCHETIM). Dit was de reden voor de ontvoering van het Sol-stelsel. Het miniatuur-universum zal door ALLDAR's dodenbrein worden bestuurd. Het is dus een soort levend wezen, een universum met een brein – een neuroversum.
Ondanks zijn camouflage wordt Routh ontdekt. Hij kan te nauwer nood vluchten, wordt echter omcirkeld. Dan verschijnt Chourtaird en pikt Routh op met zijn merkwaardige kleine ruimteschip ANÄIRY. De Terraan is weer in veiligheid. Chourtaird vertelt dat Anicee een belangrijk persoon is, onder andere voor de academie van logistiek op Druh. Dit is de heimelijke regering van het Wereldenkrans-stelsel en de zetel van de usurpatoren van de Sayporaanse cultuur. Het ruimteschip verlaat het Wereldenkrans-stelsel. Routh denkt dat de reis naar Terra gaat.
Nederlandse vertaling hoofdpersonen en samenvatting:
©®nelis van den Ende

2645/2646 omslag voor- en achterkant © Swen Papenbrock

2645 omslag © Swen Papenbrock

2645 illustratie intern (Duits exclusief) © Swen Papenbrock