< vorige | volgende > | INDEX | 🔍
2608 • 2122 CONFLICT VAN DE ANDROÏDEN
In de Melkweg schrijft men het jaar 1469 nieuwe galactische tijdrekening (NGT) - wat overeenkomt met het jaar 5056 van de christelijke tijdrekening. De verschrikkelijke, maar korte oorlog tegen de frequentie monarchie is intussen zes jaar geleden. De bewoners van de Aarde herstellen langzaam van de traumatische gebeurtenissen.
Nu hopen de mensen en onderdanen van andere volken op een lange tijd van vrede. Perry Rhodan en zijn onsterfelijke kameraden willen de eenwording van de galaxie verder bevorderen; de oeroude conflicten tussen de civilisaties moeten tot het verleden behoren. Daarbij zal de fenomenale transporttechnologie van het polypoortnet behulpzaam zijn. Met behulp van deze technologie bestaan contacten met ver verwijderde sterreneilanden, in het bijzonder met de galaxie Anthuresta, waar de Stardust-mensheid zich verder ontwikkelt.
Maar allang ligt er een ander gevaar op de loer, waarvan de bewoners van de Melkweg tot dusver geen idee hebben. Perry Rhodan komt met de BASIS terecht in de onbekende dubbele galaxie Chanda, terwijl ook het hele Sol-stelsel naar een vreemd oord wordt ontvoerd. Alaska Saedelaere op zijn beurt is verder op zoek naar de verdwenen Samburi Yura, aan boord van het kosmocratenschip LICHTKRACHT. Daar komt het echter tot het conflict van de androïden ...
De reis naar het rijk van de harmonie verloopt helemaal niet harmonisch - niet alleen gevaren van buiten, ook conflicten aan boord van de LICHTKRACHT bedreigen het doel van Alaska Saedelaere. Hoe het de maskerdrager en zijn zoektocht verder vergaat, bericht Christian Montillon in de volgende aflevering.
Oorspronkelijke titel: Konflikt der Androiden
Auteur: Hubert Haensel
Omslag: © Alfred L. Kelsner
Illustratie intern (Duits exclusief): © Michael Wittmann
Nederlandse vertaling: Scriptura/Sinne J. Sinnema
Samenvatting: de LICHTKRACHT en de anomalie – ontmoeting in de libratiezone.
Locatie en tijdsruimte: het rijk van de harmonie – 1469? NGT (5056? na Chr.)
Hoofdpersonen: Alaska Saedelaere – De maskerdrager wil een kosmocratenruimteschip commanderen. Eroin Blitzer – De commo'dyr is met zijn taak meegegroeid. Fallun Vierauf – De dwergandroide observeert de ontwikkeling aan boord van de LICHTKRACHT met wantrouwen. Mel-anta-Sel – De kennisverzamelaar ziet te weinig zwart en te veel rood. Dom-helo-Rom – Een amusementsartiest wordt een trouwe begeleider.
Volgens Alaska Saedelaere's subjectieve gevoel zijn tien tot twaalf maanden verstreken sinds de dag in april 1463 NGT waarop hij met de LICHTKRACHT op zoek ging naar Samburi Yura. Zeker is hij niet want het kosmocratenschip heeft zijn eigen tijdverloop. Door hun belevenissen op de planeet Tolmar zijn de maskerdrager en de androide Eroin Blitzer hechte kameraden geworden – misschien zelfs wel vrienden. Deze ontwikkeling wordt door de anderen androiden wantrouwig gadegeslagen, en het komt op Alaska over alsof ook de centrale computer DAN steeds meer met afwijzing reageert op een menselijk commandant.
Een conflict doet zich voor op de dag dat de LICHTKRACHT een galaxie bereikt, die eens tot het rijk van de harmonie hoorde (nu echter zijn alle gepeilde planeten verwoest en onbewoond), en een merkwaardig constellatie nadert die uit twee zwartgaten bestaat. Tussen de singulariteiten bevindt zich een instabiele sfeer van ondefinieerbare ruimtetijd die een schadelijke werking schijnt uit te oefenen op het cilinderruimteschip, want er volgt een onvrijwillige tussenstop. Saedelaere is ervan overtuigd dat men hier Samburi Yura's spoor kan vinden, maar DAN weigert verder te naderen. In plaats daarvan dringen Saedelaere en Blitzer de sfeer binnen met de sloep ROTOR-G. Iets, dat beide als ontaarde strangeness beschrijven, bestookt het schip flink. Het blijkt dat Saedelaere's Cappin-fragment een toenemende zone van rust produceert, zodat verder vliegen mogelijk is.
Een klein ruimteschip van vormenergie wordt gepeild en binnengehaald in ROTOR-G. Twee nietige wezens verlaten hun schip, dat er uitziet als een enorme walnoot. Ze bestaan uit een wollige pels en een lichaam zo groot als een een kindervuist met grote ogen, puntige oren, een kleine neus en een tachtig centimeter lange staart, dat een anti-gravitatie orgaan bevat aan het eind waarmee het wezen zich haaks kan voortbewegen door de lucht. Beiden vreemdelingen zijn niet schuw. Ze zijn weg van Saedelaere want de uitstraling van zijn Cappin-fragment is voor hen zeer aangenaam.
De translaties falen, daarom vernemen de Terraan en de androide niet dat beide nieuwe kameraden tot het Firibirim volk horen dat in meerdere stammen leeft in de anomalie. Hun namen zijn Mel-anta-Sel (kenniszoeker met zwarte pels) en Dom-helo-Rom (artiest met oranjekleurige pels). Ze zijn vertrokken om iets tegen een vloot van indringers te ondernemen die de energiestructuur in de sfeer verstoren, dat de Firibirim dient als voedsel. De verstoring leidt ertoe dat bij de Firibirim bijna alleen nog maar individuen worden geboren die in het jaar van volwassenheid horen tot de kaste van de roodpels bevelvoerders. Bruine Firibirim die competent zijn voor alle soorten werk en violette Firibirim die zich als enige in hun soort kunnen voortplanten worden steeds zeldzamer.
De opwinding van de kleine pelsbollen kent geen grenzen als de peiler van de ROTOR-G een honderd meter lang schip toont dat de vorm heeft van een boomstam die aan beide einden is afgezaagd. De Firibirim kennen de eenheden van dit type – het zijn die schadelijke indringers. Een beeldgesprek komt tot stand. Humanoide wezen zijn te zien. Allemaal dragen ze maskers – precies zoals de toneelspelers van het vermanende schouwspel van Tolmar.
Nederlandse vertaling hoofdpersonen en samenvatting:
©®nelis van den Ende

2607/2608 omslag voorkant © Oliver Scholl en achterkant © Alfred L. Kelsner

2608 omslag © Alfred L. Kelsner

2608 poster (Duits exclusief) © Alfred L. Kelsner

2608 omslag intern © Alfred L. Kelsner

2608 illustratie intern (Duits exclusief) © Michael Wittmann