< vorige | volgende > | INDEX | 🔍
2417 • 1740 SLAAF VAN DE MACHINES
In het voorjaar van 1346 Nieuwe Galactische Tijdrekening staat de mensheid voor de grootste bedreiging in haar geschiedenis: de terminale colonne TRAITOR heeft de Melkweg bezet en alle bewoonde planeten onder haar controle gebracht.
De gigantische ruimtevloot staat in dienst van de zogeheten chaotarchen, wier doel is, de hulpbronnen van de Melkweg te exploiteren, om daarmee het bestaan te beschermen van de negasfeer in Hangay: een oord waarin normale wezens niet kunnen leven en traditionele natuurwetten eindigen.
De onsterfelijke Arkonide Atlan begeeft zich op een gevaarlijke tocht naar Hangay, bij het brandpunt van de gebeurtenissen. Er steeds naar strevend niet in een openlijk conflict met de veruit superieure vloot van TRAITOR te laken, zoekt Atlan naar informatie en bondgenoten in een galaxie, die zich steeds meer van de gewone ruimte-tijdstructuren losmaakt. Daarbij ontmoet hij tot zijn ontsteltenis een in opdracht van de vijand opererende SOL, maar hij vindt ook Dao-Lin-H'ay terug. Samen bieden ze het hoofd aan de slaaf van de machines ...
Alomendris begint te spreken. Dao-Lin H'ay en Atlan vernemen de schokkende geschiedenis van het contactbos - al het leed en de kwelling, die Alomendris in de vele jaren moest ondergaan. Intussen gaat de strijd tegen de terminale colonne door. Zoals Arndt Ellmer verhaalt in aflevering 2418.
Oorspronkelijke titel: Sklave der Maschinen
Auteur: Horst Hoffmann
Omslag: © Alfred L. Kelsner
Illustratie intern (Duits exclusief): © Michael Wittmann
Nederlandse vertaling: Scriptura/Sinne Johannes Sinnema
Samenvatting: Alomendris begint te spreken. Dao-Lin-H'ay en Atlan vernemen de schokkende geschiedenis van het contactbos - al het leed en de kwelling, die Alomendris in de vele jaren moest ondergaan.
Locatie en tijdsruimte: RICHARD BURTON – augustus 1346 NGT (4933 na Chr.)
Hoofdpersonen: Atlan – De Arkonide ziet zijn vermoeden bevestigd. Dao-Lin-H’ay – De Kartaanse begeleidt Atlan in het hart van het contactwoud. ESCHER – De parapositron verschaft zichzelf hulp via een contactwoud. Alomendris – Het contactwoud begint te spreken. KOLTOROC – Een superintelligentie onthult zich.
De RICHARD BURTON bereikt op 31 juli 1346 NGZ Kosichi en wordt ontvangen door de plaatselijke aanvoerster van de NK Hangay, de Kartaanse Elo-Dar-S'oon. Het verzet heeft zijn centrum op het hoofdcontinent met de in opbouw verkerende stad Makeshi II. Aldaar betreden Atlan en Dao-Lin-H'ay het contactwoud. Het is in oproer, en ze vernemen zijn ontstaansgeschiedenis.
Het bestaan van Alomendris begon, 18 miljoen jaar geleden in de galaxie Segafrendo, als loot van de plantenvader Arystes. Hij werd eigenlijk geschapen om als nieuwe heer te dienen tot doel van de robotcivilisatie van de Erish Vikhtold. Deze robots trokken door het heelal op zoek naar een nieuwe heer die ze konden dienen nadat hun scheppers, de witte heren, zich hadden vergeestelijkt. Ze transporteerden hem in een schaal naar hun hoofdplaneet 1-A-Imeon, waar hij groeide en zich verdeelde over 126 schalen van 15 kilometer diamater, die via een tunnel met elkaar waren verbonden, en gezamenlijk de entiteit Alomendris vormden. De Erish Vikhtold vertelden hem over hun onderzoektochten van de galaxie, maar ze hielden iets geheim voor hem zodat hij zich ontdeed van de communicatie via de tunnels, die door de robots werden gecontroleerd, en liet de verbinding met de 126 alleenstaande wouden op hoger mentaal niveau tot stand komen. Daarna namen de witte heren met hem contact op en deelden hem mede dat de Erish Vihktold in Alomendris’ naam een veroveringsoorlog voerden en andere volkeren onderwierpen.
Gedurende vier miljoen jaar ging hij een symbiose aan met de witten heren en ontwikkelde hij nieuwe vaardigheden, waarbij hij ontdekte dat de 126 schalen vliegvaardig waren. Ondertussen ging het imperium van de robots ten gronde, omdat het een gelijkwaardige tegenstander tegen het lijf liep die ze tot de terugtocht dwong. Bij de strijd om de hoofdwereld 1-A-Imeon vluchtte Alomendris met alle 126 wouden.
Na een lange vlucht streek hij gedurende twee miljoen jaar neer in de galaxie Cydis-Cym op de planeet Ninilath. De Erish Vihktold vonden hem opnieuw en richtte hun imperium weer op. Alomendris drong er bij de witte heren op aan om de door hen geschapen robots te vernietigen. Ze materialiseren en activeerden de zelfvernietiging, met als gevolg dat zijzelf en de robotcivilisatie werden weggevaagd. Alomendris daarentegen lukte het om te vluchten.
Na 550.000 jaar landde hij op de planeet Yishra, waar hij gedurende een half miljoen jaar verkommerde. Dan bespeurde hij een nieuwe macht in de nabijheid, de Xybane, een cybernetische intelligentie die uit de overblijfselen van de Erish Vikhtold waren voortgekomen en hun veroveringsoorlog vervolgden. Dientengevolge vluchtte Alomendris opnieuw, en wel naar de galaxie Hangay. Dit keer verdeelde hij zijn 126 wouden over Hangay. Door TRAITOR’S aanwezigheid en de beginnende bouw van de negasfeer werd één woud in Hangay’s centrum van de rest afgesneden en aan KOLTOROC’S invloed blootgesteld. Hij offerde dat ene woud op om de rest te behouden en begon zich actief te verzetten tegen TRAITOR. Hij nam contact op met de sterfelijken en diende hen als communicatiefaciliteit, vandaar ook de naamgeving contactwoud.
Atlan en Dao-Lin-H'ay vernemen ook de reden voor Alomendris' oproer. Door de aanwezigheid van ESCHER aan boord van de RICHARD BURTON wordt hij opnieuw herinnert aan de robotcivilisatie en probeert hij de RICHARD BURTON met ESCHER van de planeet te verdringen. Tevergeefs probeert Atlan Alomendris over te halen om ter versterking samen te werken tegen TRAITOR.
Nadat ze het contactwoud verlaten vernemen Atlan en Dao-Lin-H'ay over een waarneming van de SOL, op een afstand van 16.000 lichtjaar. Ze vertrekken meteen en zetten daarheen koers. Kort voor de sprong in de lineairruimte neemt Alomendris opnieuw contact met ze op en geeft hen de posities door van de andere contactwouden. Ook het landingsverbod voor de RICHARD BURTON trekt hij weer in. Hij heeft na de schok opnieuw moed gevat en vertrouwd de nieuwkomers uit de Melkweg nu wel.
Nederlandse vertaling hoofdpersonen en samenvatting:
© Cornelis van den Ende

2417/2418 omslag voor- en achterkant © Alfred L. Kelsner

2417 omslag © Alfred L. Kelsner

2417 omslag © Alfred L. Kelsner

2417 illustratie intern (Duits exclusief) © Michael Wittmann