< vorige | volgende > | INDEX | 🔍
2236 • 1416 DE VINGER GODS
De Melkweg wordt nu door drie machtsblokken beheerst: het monolithische Imperium van Arkon met de onsterfelijke imperator Bostich I aan het hoofd, de federaal georganiseerde Liga voor Vrije Terranen (LVT), waartoe bijna alle overige onsterfelijken van de galaxie behoren, en het nogal losse belangenverbond van het Forum Raglund, waarin de Blues de boventoon voeren.
Het reizen tussen de sterren wordt bovendien door voortschrijdende technologieën mogelijk gemaakt, die onafhankelijk van hun kwaliteitsgraad één ding gemeen hebben: om die te kunnen bedrijven, zijn er onder andere zogenoemde hyperkristallen nodig.
Daarom geldt de stelregel: wie de behoefte en productie van hyperkristallen beheerst, controleert de galaxie. Elke mijn extra vergroot de macht van hen, die deze in hun bezit hebben. Het galactische recht blijft daarbij niet zelden gelden en de uitbuiting van onderontwikkelde volken wordt nog vaak toegepast. Een middel daartoe is de 'vinger gods' ...
Oorspronkelijke titel: Der Finger Gottes
Auteur: H. G. Francis
Omslag: © Alfred L. Kelsner
Illustratie intern (Duits exclusief): © Michael Wittmann
Nederlandse vertaling: H. Jong
Samenvatting: op de wereld van de Caiwanen – een volksbeweging ontstaat.
Locatie en tijdsruimte: Caiwan – voor het intreden van de hyperimpedantie.
Hoofdpersonen: Dando Gentury - Een Caiwaan leert de Arkoniden nog beter kennen. Owara Asa Tagakatha - De Caiwaanse priester predikt eenvoud en baadt zelf in weelde. Otarie - Een jonge vrouw wordt de martelaar van de Caiwanen. Protana Aaqrass - De Arkonidische Tato wendt de religie aan voor zijn doeleinden. Thorman da Vakalo - Een adelijke krijgt een ander inzicht op Caiwan.
Dit verhaal speelt zich af voor het intreden van de hyperimpedantie.
Dando groeit op in een landelijk dorp met de naam Gentury op de planeet Caiwan. Het gehele dorp leeft van de inkomsten van een man genaamd Menma die in de nabij gelegen stad Takijon werk heeft gevonden. Als op een dag deze man naar Gentury komt, om in het dorp opnieuw een deel van zijn inkomen te spenderen, heeft hij een tatoeage op zijn borst, die de witten – zo noemen de Caiwanen de Arkoniden – bij hem hebben aangebracht. Dit leidt tot de verbanning van Menma uit het dorp omdat de Caiwanen de Arkoniden als afgevaardigden van god beschouwen en de aangetaste huid als een zonde betrachten. Menma verlaat gebroken het dorp.
Dando gaat op zoek naar Menma, die voor hem een voorbeeldfunctie heeft. Maar inplaats van de banneling vindt hij een positron met de naam Kop. Deze verklaart hem dat de Arkoniden niet door de goden zijn gezonden maar alleen maar over een superieure techniek beschikken. Het gesprek duurt niet lang omdat Kop geen energie meer heeft. Dando besluit om naar Takijon te gaan om daar geld te verdienen en een batterij voor Kop te kopen.
Zijn oponthoud in de stad begint pijnlijk want hij stoot tegen één van de schoonmaakmachines aan van de Arkoniden (een robot) en wordt daarvoor met de neurozweep bestraft. Doordat hij zich niet kan bewegen vanwege de nawerkingen, bekommert een jonge Caiwaanse, genaamd Otarie, zich om hem. Tussen hen beide groeit veel sympathie waardoor ze voortaan samen verder reizen.
Terwijl Otarie aan Dando de stad toont zien ze hoe een Caiwaan door Tato Protana Aaqras's graswolven wordt verscheurd. Over de aanleiding kunnen ze alleen maar gissen. Deze gebeurtenis zorgt er bij Dando voor dat hij meer over de toestand op Caiwan te weten wil komen. Otarie verduidelijkt hem veel en vertelt dat de Caiwaanse opperpriester Owara Asa Tagakatha de Arkoniden als afgevaardigden van god heeft geaccepteerd. Eveneens toont ze de plattelandsjongen de 'vinger gods', de tempel waarin de opperpriester verblijft. Op reis daarheen worden ze verlieft op elkaar en zijn nu een stel.
Terug in Takijon vinden ze werk in een mijn waar ze voor de Arkoniden hyperkristallen delven. Dando kan een batterij kopen voor Kop en van de positron leren ze meer over de vermeende afgevaardigden van god. Ze starten een stille opstand. Ze proberen ook om Owara Asa Tagakatha voor de opstand te winnen maar de priester heeft te veel angst voor de macht van de Arkoniden.
Weer terug in Takijon moeten ze vaststellen dat hun onderkomen is afgebrand en dat Kop is gestolen.
Als ze weer terug zijn in de mijn komt Otarie bij een 'ongeluk' – dat overduidelijk door de Arkoniden is veroorzaakt – om het leven, wat in Dando de gedrevenheid om tegen de Arkoniden te vechten alleen maar versterkt. Gedurende vele jaren zet hij zijn opstand voort en krijgt hij veel gevolg. Als hij de Arkoniden in de armen valt wordt hij getatoeëerd. Maar deze keer zien Caiwanen zijn tatoeage niet als een schande maar als een onderscheiding.
Als Dando na meer dan tien jaar van mening is dat de opstand sterk genoeg is geworden bezoekt hij nogmaals de priester. Deze is niet thuis zodat Dando de 'vinger gods' kan onderzoeken. Tot zijn verrassing bevindt zich in de woning van de priesters, die altijd een sober leven predikt, veel technische voorwerpen van de Arkoniden en de positron Kop. Dando neemt Kop weer in zijn bezit en vernietigd de 'vinger gods' met een desintegrator die hij in het verblijf van de priesters heeft gevonden.
Voor deze daad wordt hij door de Arkoniden gevangen genomen en zal hij hard worden bestraft. Dat het daar niet van komt heeft hij te danken aan de Caiwanen die zich verenigd hebben in zijn strijd. De Arkoniden moeten met de Caiwanen onderhandelen en Dando als de woordvoerder erkennen. Omdat de Tato in zijn onderhandelingen geen bijval krijgt onderhandelt de adelijke Thorman da Vakalo, een Arkonide die Dando al kent en hem, in tegenstelling tot de andere bezetters van de Kristalwereld, nooit hooghartig heeft behandeld, met Dando.
Ze sluiten een overeenkomst dat de Caiwanen beter toegang krijgen tot het onderwijs en dat ze het alleenrecht verkrijgen over mijnbouw van het rode hyperkristal Khalumvatt. De bevolking viert deze overeenkomst als de grootste overwinning uit haar geschiedenis.
Wat zowel Dando als ook de andere Caiwanen niet weten is dat de Arkoniden Khalumvatt als minderwaardig hyperkristal typeren en dat nu vieren dat ze de domme oerbewoners voor de gek hebben gehouden.
Niet elke overwinning werpt onmiddellijk zijn vruchten af. Dat merken Dando en de Caiwanen al snel, hoewel ze erin geslaagd zijn om voor de eerste keer in hun geschiedenis over de Arkoniden te zegevieren.
Maar als de hyper-impedantie-schok de galaxie treft, verandert ook de situatie op de wereld van de Caiwanen.
Nederlandse vertaling hoofdpersonen en samenvatting:
© Cornelis van den Ende

2236 poster (Duits exclusief): © Alfred L. Kelsner

2235/2236 omslag voorkant © Dirk Schulz en achterkant © Alfred L. Kelsner

2236 omslag © Alfred L. Kelsner

2236 illustratie intern © Alfred L. Kelsner

2236 illustratie intern (Duits exclusief) © Michael Wittmann