< vorige | volgende > | INDEX | 🔍
2206 • 1338 GEZANG VAN DE HOOP
In de door mensen en talrijke andere volken bewoonde Melkweg ontwikkelt zich in september 1331 Nieuwe Galactische Tijd een kritieke situatie: hyperstormen maken de interstellaire ruimtevaart tot een uiterst riskante aangelegenheid en in verschillende sectoren van de galaxie ontstaan er verschrikkelijke sterrenbevingen.
Als er in de directe omgeving van de Hayok-sterrenarchipel letterlijk van uit het niets een complete bolsterrenhoop opduikt, vermoeden Perry Rhodan en zijn vrienden van de Liga voor Vrije Terranen, dat dit slechts het begin van een grotere gebeurtenis is. En als ook Lotho Keraete opduikt, de gezant van de superintelligentie HET en de sterrenoceaan van Jamondi aanroert, wordt dat vermoeden bewaarheid.
Samen met Lotho Keraete vertrekken Perry Rhodan en Atlan, de Arkonide, voor een expeditie naar de onbekende sterrenhoop. Maar ze lijden schipbreuk en de drie mannen belanden op Baikhal Cain. Na een odyssee door verschillende gebieden lukt hen de vlucht uit de mijnen van de Heilige Berg. Hun doel is nu het Lied van de Hoop ...
Oorspronkelijke titel: Gesang der Hoffnung
Auteur: Frank Borsch
Omslag: © Alfred L. Kelsner
Illustratie intern (Duits exclusief): © Swen Papenbrock
Nederlandse vertaling: H. Jong
Helaas zit er een slordige fout op de kleurenomslag van deze editie en op de z/w voorkant van verhaal 2206. Op de kleurenomslag staat als 2206 titel 'GEZANG VAN DE HOOP' en op de z/w voorkant in het midden van het boekje staat de titel 'LIED VAN DE HOOP'. Aan het einde van verhaal 2205 wordt het nieuwe verhaal ook aangekondigd als 'GEZANG VAN DE HOOP' maar op de tweede pagina van verhaal 2206 staat weer twee keer 'LIED VAN DE HOOP'.
Samenvatting: Perry Rhodan en Atlan in nood – ze vluchten in het woud van Pardahn.
Locatie en tijdsruimte: Baikhal Cain – 1331 NGT (4918 na Chr.)
Hoofdpersonen: Perry Rhodan - De Terraan leert de geheimen van een enorme woud kennen. Atlan - De Arkonide knoopt een speciale band aan. Zephyda - De spoorzoekster kent kent het woud van Pardahn op haar duimpje. Rorkhete - De merkwaardige nomade stelt Atlan en Perry Rhodan op de proef. Raphid-Kybb-Karter - De directeur van de mijn in de Heiligen Berg plant een list.
De onsterfelijken Perry Rhodan en Atlan zijn op de vlucht voor de Kybb-Cranar. Ze willen nederzettingen van de Motana bereiken die volgens de Motana-slaven van de Heilige Berg in de wouden liggen.
Ondertussen verhogen de Kybb-Cranar nogmaals het delvingsquotum van het schuimopaal. Deze quota zijn praktisch niet meer te vervullen; de directeur van de mijn, Raphid-Kybb-Karter, komt daarom in opstand tegen de gouverneur van Baikhal Cain en dood hem. Zo plaatst hij zichzelf aan het hoofd van de Kybb-Cranar van Baikhal Cain.
Rhodan en Atlan bereiken het woud en komen daar een groep woudbewoners tegen. De groep wordt aangevoerd door de Motana Zephyda, een jonge zeer attractieve Motana met lange rode haren. Eerst is het wantrouwen van de Motana groot en het ijs breekt pas wanneer Atlan de laatste bezittingen van Jadyel aan Zephyda overhandigt. Ze inspecteert de verschillende artikelen in de buidel van haar broeder en bespeurd dat hij bij zijn vluchtpoging om het leven is gekomen. Daarop volgend worden de beide Galactici naar de residentie van Pardahn gebracht en de Planetaire Majesteit, die het opperhoofd is van alle Motana op deze planeet.
Hier komen ze meer te weten van de Motana over de geschiedenis van de Sterrenoceaan: zij waren ooit het leidinggevende volk over de Sterrenoceaan; ze zetelden op vele planeten, ook op Baikhal Cain. Maar dat is alweer een hele tijd geleden en tegenwoordig worden de Motana overal door de Kybb onderdrukt. Contacten tussen de werelden zijn er niet meer.
De beide galactici verblijven in de residentie en daarbij ontgaat het Perry Rhodan niet dat Atlan en Zephyda heftige gevoelens voor elkaar hebben. De oude Arkonide schijnt het hart van de jonge Motanaanse te hebben veroverd.
Dagen later vertrekken enige Motana, ook Zephyda, met de onsterfelijken naar een station van de Kybb-Cranar. Daar zullen beiden van hun Krin Varidh worden bevrijd. Uit een depot verkrijgt Zephyda afweerscherm generatoren en energiewapens en komen de beide galactici te weten dat de Motana, ondanks hun verbondenheid met de natuur, ook technisch onderlegd zijn. De poging lukt en Perry en Atlan zijn hun gifhalsbanden kwijt.
Als de de groep weer naar de residentie terugkeert, is daar plotseling de onbekende met de 'hover-trike' opgedoken, die hen schijnbaar heeft achtervolgd. De Motana kennen de onbekende, hij wordt 'Rorkhete de Nomade' genoemd. Hij is naar verluidt op zoek naar de Mediaalse Schildwacht.
Rorkhete is gekomen om Perry en Atlan aan een onderzoek te onderwerpen. Beiden slagen niet, ze bezitten wel een bijzonder aura, maar het is niet het aura van een Beschermheer van Jamondi. Het Oceanische Orakel heeft ook het aura bespeurd, maar het zijn helaas ook niet de 'Nieuwe Beschermheren', waar Rorkhete eveneens naar zoekt. Nadat Rorkhete de negatieve uitkomst heeft verkregen, vertrekt hij weer.
De beide galactici daarentegen blijven bij de Motana, omdat dat ze hen nieuwe hoop geven, ondank dat zij niet het juiste aura bezitten.
In de Motana in het woud van Pardahn schijnen Perry Rhodan en Atlan nu goede vrienden te hebben gevonden. Of de, in het bos levende humanoïden mogelijk ook bondgenoten zijn bij hun pogingen naar de Melkweg terug te keren, zal nog moeten blijken. Op het ogenblik gaat het er de Terraan en de Arkonide in de eerste plaats om, hun overleven op de onbekende planeet veilig te stellen.
Hoe het in het woud van Pardahn verdergaat, beschrijft Frank Borsch in het tweede deel van zijn dubbele Perry Rhodan-aflevering.
Nederlandse vertaling hoofdpersonen en samenvatting:
© Cornelis van den Ende

2205/2206 omslag voor- en achterkant © Alfred L. Kelsner

2206 omslag © Alfred L. Kelsner

2206 illustratie intern © Alfred L. Kelsner

2206 illustratie intern (Duits exclusief) © Swen Papenbrock