2201 • 1333    DE ARKONIDENJAGER

Kantiran is een wees, hij heeft zijn ouders nooit leren kennen. Maar de jongeman, die is opgegroeid op de jungleplaneet Creiff, weet dat zijn moeder een vrouw van de planeet Arkon was, en zijn vader een Terraan van de Aarde. Dat maakt van hem een persoon van gemengd ras, en dat in een tijd waarin de sterrenrijken van de Arkoniden en Terranen elkaar argwanend beloeren.

In deze tijd - het begin van de veertiende eeuw van de Nieuwe Galactische Tijdrekening, wat overeenkomt met het einde van het vijfde millennium van onze tijd - staan de bewoonde planeten van de Melkweg voor grote omwentelingen. Perry Rhodan, die de mensheid in de eenentwintigste eeuw toegang heeft gegeven tot het heelal, wil de vrijheid van de Liga van Vrije Terranen verdedigen. En Bostich I, de Imperator van Arkon, wil zijn macht uitbreiden. Kantiran komt naar Arkon, in het centrum van het Imperium en volgt met succes een opleiding als kadet. Dan hoort hij wie zijn ouders werkelijk zijn: Perry Rhodan, de Terraan, en Ascari da Vivo, de admiralin van het Imperium. Nadat hij in een vertwijfelde situatie zijn moeder heeft aangevallen, kan de jongeman slechts vluchten. Zijn spoor wordt gevolgd door de Arkonidenjager ...

Oorspronkelijke titel: Der Arkonidenjäger

Auteur: Hans Kneifel

Omslag: © Dirk Schulz

Illustratie intern (Duits exclusief): © Dirk Schulz

Nederlandse vertaling: H. Brown

Samenvatting: Kantiran's vlucht in het Kristalimperium – Shallowain de 'Hond' volgt zijn spoor.

Locatie en tijdsruimte: Melkweg – eind augustus 1331 NGT (4918 na Chr.)

Hoofdpersonen: Kantiran - Zijn vlucht drijft de jonge bastaard door het Kristalimperium. Shallowain - Uit alle macht jaagt de Kralaseen achter de voortvluchtige aan. Mal Detair - Als voormalig officier weet de dierheler zich ook tegen Springers te verweren. Chaltroa Nial - Voor de SENTENZA zet de Arkonidische alle middelen in.

Kantiran en Mal Detair hebben op een krakkemikkig cilindervormig Springer-ruimteschip, de GELTAN, een passage naar Traversan geboekt om van Arkon II te vluchten. Onderweg koopt Kantiran met zijn verbazingwekkend hoge geldreserves een koersverandering. Het nieuwe doel wordt de vrijhandelsplaneet Taloris. Op deze manier wil hij zijn achtervolgers misleiden, die hem vast en zeker al op het spoor zijn. Vervolgens lokt hij, door het tonen van zijn rijkdom, ongewild een aanslag van de Springers uit, die tot een pariagroep behoren. Als Mal en Kant de overval van de drie Springers afslaan en deze daarbij doden, verschaffen ze zich genoeg respect, en verloopt vanaf dat moment alles soepel– alhoewel de vlucht meerdere malen wordt gestoord door heftige hyperstormen waar de gehele Melkweg in deze dagen door wordt getroffen. Met dezelfde hyperfysische fenomenen heeft Shallowain ook te kampen, die de GELTAN achtervolgd met zijn 500-meter-kruiser LEOTARD met een bezetting die uit louter Kralasenen bestaat. Zelfs dit ultramoderne schip wordt door de hyperstorm gehinderd, de hyperlichtsnelheid daalt en hyperradioboodschappen bereiken hun bestemming niet. Men spoort de GELTAN op en berekent hun nieuwe koers en Shallowain raad zelfs precies Kantiran's doel.

Kant benut zijn voorsprong door in een vervallen hotel op Taloris onder te duiken. Wanneer hij en Mal zich op een legale manier van wapens en uitrusting voorzien, landt ook de LEOTARD. Shallowain neemt direct contact op met een afgevaardigde van de lokale SENTENZA. Daar hij Kant's volgende stap kan voorzien, kiest hij als contactpersoon die mooie Chaltroa Nial, die cheffin is van een door de SENTENZA gecontroleerde bank. Beide zijn gefascineerd van elkaar en ze brengen een romantische avond en een liefdesnacht met elkaar door. Kant gedraagt zich daadwerkelijk voorspelbaar zoals Shallowain zich had voorgesteld: hij wil een zogenaamde 'witte' creditchip aanschaffen, wat een niet geregistreerd betalingsmiddel is waarmee hij bij financiële transacties geen sporen achterlaat. Kant is daarbij bereid om zijn Arkonidische chronners tegen een ongehoord slechte koers om te wisselen in galax. De avond voor het gebeuren, die in Chaltroa's bank zal plaats vinden, komen Kant en Shallowain elkaar min of meer toevallig tegen en leveren ze een heftig vuurgevecht. Kant moet zijn bijzondere gave benutten om de Kralaseen met behulp een kudde dieren af te leiden om zo te ontkomen. Als Kant de volgende dag naar de bank gaat, loopt hij natuurlijk in een val. Het hele gebied wemelt van de Kralasenen en ook de SENTENZA-leden willen de 'sterrenbastaard' vangen om hem later aan de Arkonidische geheime dienst te verkopen. Het helpt Kant ook niet dat hij zich als Springer heeft vermomd.

Kant heeft geluk: hij wordt weliswaar door Shallowain geparalyseerd, maar dan geraken de Kralasenen en de SENTENZA-gangsters met elkaar slaags en zijn ze lang genoeg met elkaar bezig om Kant de gelegenheid te geven om twee monstrueuze roofdieren mentaal te beïnvloedden en zich door hen in een afvalschacht te laten werpen. Daar wordt hij enige tijd later door Mal gevonden, die zich in een gebouw in de buurt had verborgen. Shallowain schiet ondertussen zijn nieuwe geliefde neer, omdat ze niet wil opgeven. Als hij wat later naar de plek terugkeert waar hij Kant achtergelaten heeft, is deze natuurlijk al weg. In feite zit hij al in een door Mal bestuurde zwever die naar een goederenoverbrenger vliegt om daadwerkelijk uit handen te blijven van de Kralasenen. Shallowain waagt het niet om hen te volgen omdat sinds de razende hyperstormen bijna geen enkele zending zijn doel bereikt. Er wordt een vreemd lichtverschijnsel gezien wanneer de vluchtende zwever de overbrenger passeert. Het doelgebied van de overbrenger is echter bekent: het Quovan-stelsel. Shallowain wil daar meteen met de LEOTARD naar toe maar daar komt op dat moment helaas niets van omdat de hyperstorm iedere verdere vlucht met hyperlichtsnelheid onmogelijk maakt.

De hectische vlucht van Kantiran gaat verder - waarbij het doel nog steeds onzeker is. Tegelijkertijd veranderen in de Melkweg enkele basisgegevens op een manier die alle verwachtingen overtreft. Veranderingen die leiden tot de hyperschok ...

Nederlandse vertaling hoofdpersonen en samenvatting:

© Cornelis van den Ende