< vorige  | volgende > |  INDEX  |   🔍

Reeks 2100 - 2199

32e cyclus HET RIJK TRADOM

Maanbrein

Perry Rhodan – de grootste science-fiction avonturenreeks in Nederland en België


2118 • 1202    QUINTATHA


In de herfst van het jaar 1311 Nieuwe Galactische Tijd opereren de LEIF ERIKSSON onder de expeditieleiding van Perry Rhodan en de KARRIBO onder de leiding van de Arkoonse admiralin Ascari da Vivo alleen tegenover een gehele galaxie: de twee bolruimteschepen uit de Melkweg zijn onderweg in de Tradom-galaxie, het hart van het Tradom Rijk. Ze kwamen daar via een sterrenraam dat ondertussen 'geblokkeerd' was en hen als doorgang niet meer ter beschikking stond.

Om het Tradom Rijk van zijn gevreesde grote aanval op het sterrenrijk van de galaxie van de mensheid af te houden, zoeken Perry Rhodan en zijn metgezellen koortsachtig naar aanwijzingen die hen verder kunnen helpen. Ze weten van het zogenaamde Puinimperium af, dat waarschijnlijk als enige macht in de galaxie tegen de zogenaamde Inquisitie van het Verstand durft te vechten. Tot dusver kon er echter geen concreet spoor naar deze verzetsmacht worden gevonden.

Eerder vond men op de planeet Pombar het overblijfsel van een menselijk skelet. Hoe er botten van de Aarde in een galaxie terecht konden komen, die bijna 400 miljoen lichtjaar van de Melkweg verwijderd is, weet tot nu toe niemand. Maar de aanwijzing is belangrijk genoeg voor Rhodan om op de planeet Linckx te laten aansturen. Daar stoot de Arkoonse zerodromer Benjameen da Jacinta op een eigenaardig bouwwerk ...


Oorspronkelijke titel: Quintatha

Auteur: Leo Lukas

Omslag: © Swen Papenbrock

Illustratie intern (Duits exclusief): © Michael Wittmann

Nederlandse vertaling: H. Jong



Samenvatting: een Arkonide bij de Barkners – in een universum vol wonderen.


Locatie en tijdsruimte: Quintatha – 1311 NGT (4898 na Chr.)


Hoofdpersonen: Aufmar - De stuurman heeft grote ambities. Shirka - De kapitein leeft alleen voor zijn wraak. Merad - De eerste officier komt tussen de fronten te zitten. Unshil, Ftniem en Andander - Elk van deze Barkners speelt zijn eigen spel. Benjameen da Jacinta - De zerodromer is gestrand in een wereld zonder strand.



Plaats van handeling in deze roman is een wereld die door haar bewoners Quintatha wordt genoemd – een eindeloze bloedrode en hete oceaan zonder landmassa onder een bloedrode hemel. In de stad Hellmock, die uit ongeveer 1000 met smeedijzeren stangen verbonden zeeschepen bestaat, leven de Barkners. Deze grote, ruige humanoiden leven van de jacht op de titanen, walvisachtige wezens, die de Barkners praktisch alles leveren wat zij nodig hebben om te kunnen leven. Niet alleen de meeste levensmiddelen en gebruiksartikelen worden van de titanen gemaakt (hun lijven bevatten ook grote hoeveelheden ijzer), maar ook speciale messen die een eigen leven schijnen te bezitten. Deze messen worden uit de schedelbotten van de titanen gemaakt en moeten op een bepaalde persoon "gefixeerd" worden. Uit gemalen en met gal behandelden titanenbotten winnen de Barkners het zogenaamde "lindepoeder", dat iemand, die het regelmatig inneemt, enorm veel kracht geeft. Dat kan zo ver gaan dat zelfs een lijk van een Barkner na de dood nog kan door vechten.

Geld is in Quintatha onbekend, man handelt in "lijfschuld", waarmee iemand zich verplicht om voor een ander persoon te werken. Barkners worden niet verwekt en geboren (er bestaan geen vrouwelijke Barkners), ze ontstaan praktisch uit het niets – de Barkners geloven dat ze uit Anguela's Rijk komen – en vallen zomaar ergens in de oceaan waar ze opgevist worden. Wanneer ze sterven, raken ze volgens hun geloof in de "koude hel". Elektrische apparaten kregen de grofgebouwde Barkners van de "machinisten", mysterieuze wezens, die op een onbekende manier bij de Quintatha terecht kwamen en ook weer spoorloos zijn verdwenen, nadat ze  van de Barkners een zeer grote hoeveelheid van de uit titanenbot gemaakte messen hadden meegenomen.

Benjameen da Jacinta komt via een zero-droom terecht in deze wereld, waarbij het om niets anders gaat dan om een para-realiteit. Hij wordt door kapitein Shirka uit de oceaan gevist. Shirka behandelt Ben eerst als een soort mascotte en stuurt hem naar een Barknerschool. Ben lijdt helse kwellingen in de oververhitte, harde wereld van de onbehouwen Barkners en komt steeds meer details te weten over hun levensomstandigheden. Hij komt te weten dat de machinisten niemand anders zijn als de Valenters. Zijn poging om via de Valenters in de realiteit terug te vluchten, mislukt. Daarbij fixeert hij echter één van de super-messen, dat hij een keer toevallig heeft gekregen, op zichzelf.

Ben schijnt een vreemde affiniteit tot een bepaald wezen te hebben dat door de Barkners Rishtyn-Jaffami of te wel "De Grote Grijze" wordt genoemd – een soort super-titaan, waarmee Shirka nog een oude rekening heeft te vereffenen. De kapitein is bezeten van de jacht op dit wezen en benut Ben's vaardigheden om hem op het spoor te komen. Dat lukt uiteindelijk ook en het komt tot een laatste confrontatie tussen de Barkner en de titaan. Tijdens het gevecht wordt voor het eerst de enorme omvang van Rishtyn-Jaffamis duidelijk, het lijkt bijna alsof de super-titaan gevormd is uit de planeetkern. Kapitein Shirka lukt het uiteindelijk om de titaan te harpoeneren en dodelijk te verwonden, voordat hij zelf omkomt. Ben wordt tijdens Rishtyn-Jaffamis doodsstrijd in de realiteit teruggeworpen, waarbij hij ook het op hem gefixeerde mes kan meenemen.Wat er werkelijk tijdens de eigenaardige reis van de zerodromer is gebeurd, kan tot dusver niemand op waarde schatten. Benjameen da Jacinta schijnt 'op een of andere manier' in het inwendige van de geheimzinnige container te zijn geweest, die tijdens de expeditie naar de planeet Linckx werd ontdekt.


Nederlandse vertaling hoofdpersonen en samenvatting:

© Cornelis van den Ende