< vorige  | volgende > |  INDEX  |   🔍

Reeks 2100 - 2199

32e cyclus HET RIJK TRADOM

Maanbrein

Perry Rhodan – de grootste science-fiction avonturenreeks in Nederland en België


2106 • 1142    DE WITTE DOOD


Op de door de mensen bewoonde planeten van de Melkweg is het 1306 NGT, dit staat gelijk aan het jaar 4893 volgens de oude jaartelling. Eigenlijk wijst alles op een vreedzame ontwikkeling van de Aarde en de gehele Liga van Vrije Terranen, hoewel de spanningen tussen de grootmachten van de Melkweg blijven bestaan.

In die situatie komt er onverwacht bezoek in de Melkweg - door een sterrenvenster in de ruimtesector Hayok. Het werd met behulp van ongelooflijke techniek tot stand gebracht en staat in verbinding met het Rijk Tradom, dat op bijna 400 miljoen lichtjaar afstand van de Melkweg van de mensen ligt.

De vreemdelingen uit het Rijk Tradom beschikken over wapens en beveiligingsschermen die superieur zijn aan die van de galactische schepen. En ze hebben aan de andere kant van het sterrenvenster 22.000 ruimteschepen gestationeerd, die alle vloten van de Melkweg zouden kunnen wegvagen.

Perry Rhodan onderneemt actie. Met de LEIF ERIKSSON, onder begeleiding van het Arkoonse superslagschip KARRIBO, dringt hij door het sterrenvenster heen de galaxie Tradom binnen.

Met hun eerste verkenningstochten proberen de Terranen de situatie in dit sterreneiland in kaart te brengen. Op een kleine planeet komen de Terranen in aanraking met insectoïde wezens en hun vijanden - een van die vijanden is de witte dood ...


Oorspronkelijke titel: Der weiße Tod

Auteur: Horst Hoffmann

Omslag: © Swen Papenbrock

Illustratie intern (Duits exclusief): © Michael Wittmann

Nederlandse vertaling: Kees van Toorn



Samenvatting: in de buitengebieden van Tradom – een heel volk tot slaaf gemaakt.


Locatie en tijdsruimte: Zinet – 1311 NGT (4898 na Chr.)


Hoofdpersonen: Liktus Boi - De laatste geleerde van de Zineda vreest de ondergang van zijn volk. Benjameen da Jacinta - De zero-dromer probeert met zijn gave een slachting te verhinderen. Tess Qumisha - De natuurkundigen smeedt een gedurfd plan. Scharanay - De prinses van de Zineda ziet slechts een enkele kans. Harun al Kharud - De commandant van de JEFE CLAUDRIN voert het bevel met een ijzeren vuist.



De laatste geleerde van de Zineda, een volk van insectoïde wezens, is wanhopig. Uit de standen van de maan leest hij telkens weer de ondergang van zijn volk. De E'Valenters, die identiek zijn aan de leden van het escorte dat de Conquestor van Tradom tijdens zijn bezoek aan Terra heeft begeleid, roeien de Zineda systematisch uit door ze in de ertsmijnen te laten sterven. In toenemende mate komen er steeds meer eisen voor nieuwe slaven. De prinses, en heerseres, van de Zineda kan er niets tegen doen. Haar volk moet al te vaak een hoge tol betalen als ze de vorderingen van de Valenters niet tijdig nakomen.

Zuliffer, de gezagvoerder van de wacht, bezoekt Liktus Boi in zijn toren. Hij wil een aanval op de Valenters plegen en vraagt om de hulp van astroloog. Hij zal de manschappen moed inspreken voor de komende strijd omdat de Valenters vreselijke wapens hebben.

De volgende ochtend gaan Liktus en Zuliffer, samen met 20 verklede soldaten, op de weg. Ze zullen de afleverplek van arbeiders voor de mijnen innemen. De aanval tegen de Valenters faalt jammerlijk met hun ouderwetse vuurwapens tegenover de individuele afweerschermen van de folteraars. Iedereen behalve Liktus wordt tot as verbrand. Hij wordt met een boodschap, en een aandenken in de vorm van brandwonden, teruggestuurd naar het paleis. De Valenters verlangen 50 nieuwe arbeiders, anders zullen ze het Zineda volk uitroeien: getrouw aan de eerste wet van het Rijk: "gehoorzaamheid gaat boven alles". Elk verzet tegen het Rijk heeft altijd de dood tot gevolg - zelfs de dood van een hele volk.

Princess Scharanay bezwijkt bijna na deze boodschap. Zuliffer en zij waren nog maar net begonnen de eerste banden van liefde te smeden. In haar haat tegen de Valenters roept zij haar ganse volk samen voor een aanval tegen de mijnen. Dat zal de volgende avond plaatsvinden. Liktus Boi is zich ervan bewust dat de wapens van de Valenters haar volk zullen wegvagen, maar zijn rivaal Bar Tidous adviseert haar om dit te doen. Hij wil daarmee bij haar in de gunst vallen. Liktus is wanhopig. Hij ziet nog maar één uitweg. Enige tijd geleden landde er een vreemd wezen op Zinet. Hij was een boodschapper van het Puin Imperium. Hij stierf hier, maar liet een hyperradio achter. Daarmee stuurt Liktus een hulpoproep de ruimte in, en hoopt dat hij het apparaat op de juiste wijze heeft bedient.

De JEFE CLAUDRIN, een van de 30 MERZ-kruisers, die werden uitgezonden door de LEIF ERIKSSON om de buitengebieden van Tradom te onderzoeken en informatie te verzamelen, vangt het noodsignaal op. De kruiser zet koers naar de planeet om te helpen. Tess Qumisha en Benjameen da Jacinta dalen met een MICRO-jet af op de planeet. De Valenters zijn er inderdaad voor uitgerust om een primitief volk zoals de Zineda te onderdrukken, maar niet om een modern schip zoals de JEFE CLAUDRIN of de jet met hun anti-radarschermen te ontdekken. Onopgemerkt landt de jet landt op de toren van Liktus Boi, het uitgangspunt van de radio-uitzending. Tess en Benjameen maken contact en bieden hun hulp aan. Liktus is blij verrast. De beide Galactici bekijken de mijn en stellen vast dat er maar 20 Valenters zijn. Maar er is meer aan de hand: een epidemie onder de mijnwerkers Ze zijn allemaal besmet door een agressieve schimmel en ten dode opgeschreven. Tess en Benjameen zijn ontzet onder welke omstandigheden de Zineda hier moeten werken. De lijken worden ook niet begraven maar in een verlaten schacht van de mijn geworpen. Het is daar is het waar naar de oorsprong van de ziekte wordt gezocht.

Haroen al-Kharud, de commandant van de JEFE CLAUDRIN, beslist na het nieuws van Tess en Benjameen om te helpen, en een strijdkracht wordt uitgestuurd. Maar het leger van Zineda is al uitgerukt bewapend met geweren, messen en knuppels. Zij vallen de Valenters onmiddellijk aan, maar die kunnen zich moeiteloos verweren. Honderden sterven er in de eerste paar minuten. Tot as verbrand door thermostralers. Ook prinses Scharanay, in haar draagstoel, en Bar Tidous zijn erbij. Dan grijpen eindelijk de mannen van de JEFE CLAUDRIN in. De Valenters strijden tot de laatste man, maar ze hebben tegen de superieure wapens van de Terranen geen enkele kans. De vreugde van Zineda is ondanks de verliezen onbeschrijflijk. De sporen van de strijd worden gewist door een gefingeerde mijngasexplosie. Het zal er uit zien alsof de mijn uit zichzelf is geëxplodeerd, en dat daarbij zowel Valenters als inheemsen zijn gedood. Het moet op een ongeluk lijken als het transportschip komt om het erts op te halen. De Galactici hopen dat het Rijk Tradom niet meer de moeite neemt om de mijn opnieuw in gebruik te nemen, en de Zineda in de toekomst met rust zal laten.

De opzet lijkt te werken. De E'Valenters van het snel gearriveerde ertstransportschip geloven in een ongeval en vliegen met de laatste lading weg - maar niet voordat Tess, Benjameen en twee Ertrusische soldaten van de JEFE CLAUDRIN zich aan boord van het E'Valenters ruimteschip weten te smokkelen. De missie die ze willen gaan ondernemen gaat gepaard met grote risico's. Maar de kans om heel snel meer over het Rijk Tradom te weten te komen, wilde niemand onbenut voorbij laten gaan.

De Zineda bevolking wordt ingeënt tegen de schimmelziekte. De reeds geïnfecteerden kunnen niet meer worden geholpen. Er zullen echter geen nieuwe gevallen bijkomen van deze vreselijke ziekte. Liktus Boi wordt de nieuwe leider van de Zineda die zich nu kunnen opmaken voor de wederopbouw van hun beschaving. In ieder geval heeft het volk weer hoop.


Nederlandse vertaling hoofdpersonen en samenvatting:

© Cornelis van den Ende